Wanneer kom ik in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidsstelling?

De voorwaardelijke invrijheidsstelling is geregeld in boek 6, hoofdstuk 2, tweede titel van het Wetboek van Strafvordering.

Wat is voorwaardelijke invrijheidsstelling?  

De voorwaardelijke invrijheidsstelling houdt in dat de veroordeelde na het uitzitten van een gedeelte van zijn straf onder voorwaarden kan vrijkomen. Dan moet dus wel aan de gestelde voorwaarden zijn voldaan.

Wanneer komt voorwaardelijke invrijheidsstelling in beeld?

Veel gedetineerden zullen zich natuurlijk afvragen wanneer ze voor voorwaardelijke invrijheidsstelling in aanmerking zullen komen.

Dit hangt onder meer af van de hoogte van de straf die is opgelegd.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee situaties:

  • Er is sprake van een gevangenis van tussen de minimaal 1 en maximaal 2 jaar (tussen de 1 en 2 jaar gevangenisstraf dus);
  • Er is sprake van een gevangenisstraf van langer dan twee jaar.

Bij een gevangenisstraf van korter dan 1 jaar komt de voorwaardelijke in vrijheidsstelling dus in zijn geheel niet in beeld.

Situatie 1: Er is een straf opgelegd tussen de 1 en 2 jaar  

Bij een gevangenisstraf tussen de 1 en 2 jaar komt de voorwaardelijke invrijheidsstelling in beeld wanneer:

  • De gedetineerde inmiddels in ieder geval 1 jaar heeft vastgezeten
  • Van de resterende straf in ieder geval 1/3 is ondergaan.
  • Is er bijvoorbeeld sprake van een straf van 1 jaar en 6 maanden dan komt voorwaardelijke invrijheidsstelling dus na 1 jaar en 2 maanden in beeld.

Situatie 2; er is een gevangenisstaf opgelegd van 2 jaar of langer

Bij een gevangenisstraf van 2 jaar of langer komt de voorwaardelijke invrijheidsstelling in beeld wanneer:

  • 2/3 van de straf is uitgezeten;
  • Echter het gedeelte dat de gevangenisstaf wordt ‘bekort’ (de voorwaardelijke invrijheidsstelling) mag niet langer zijn dan 2 jaar in totaal.
  • Bijvoorbeeld: bij een gevangenisstraf van 6 jaar komt de VI (voorwaardelijke invrijheidsstelling) na 4 jaar in beeld. Maar bij een gevangenisstraf van 9 jaar zal de voorwaardelijke invrijheidsstelling pas na 7 jaar in beeld komen.

Wanneer is er geen VI?

Let op, er is geen VI (voorwaardelijke invrijheidsstelling) wanneer:

  • Er een deels voorwaardelijke straf is opgelegd;
  • Een deels voorwaardelijk deel alsnog ten uitvoer wordt gelegd;
  • De gedetineerde een vreemdeling is in de zin van de vreemdelingenwet.

Heb je dus bijvoorbeeld een gevangenisstraf gekregen van 1,5 jaar waarvan 5 maanden voorwaardelijk, dan is er geen sprake van VI. Ook niet wanneer deze 5 maanden alsnog ten uitvoer worden gelegd!

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voor VI?

Om voor voorwaardelijke invrijheidsstelling in aanmerking te komen worden verschillende criteria in ogenschouw genomen:

  • Goed gedrag van de betrokkene;
  • De risico’s voor de samenleving worden meegewogen;
  • De belangen van de slachtoffers worden meegewogen.

Goed gedrag in de PI wordt dus beloond!! Ook andere factoren spelen een rol.

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan tijdens de VI?

Ook tijdens de VI dient de gedetineerde aan voorwaarden te voldoen.

Tijdens de voorwaardelijke invrijheidsstelling is de vrijgelatene, nog niet geheel vrij. Hij (of zij) moet zich ook dan aan bepaalde voorwaarden houden. Deze houdt in ieder geval in dat de veroordeelde zich niet nogmaals schuldig zal maken aan een strafbaar feit. Deze voorwaarde geldt tijdens de proeftijd. Voor het overige kunnen er – tijdens de proeftijd – nog extra bijzondere voorwaarden gelden. Als er bijzondere voorwaarden zijn opgelegd betreffende de voorwaarden in ieder geval:

  • Meldplicht bij reclassering
  • Afgeven van vingerafdrukken.

Hier kunnen nog andere voorwaarden in betrokken worden betreffende het gedrag van de betrokkene. Bijvoorbeeld:

  • Een contactverbod;
  • Een gebiedsverbod;
  • Aanwezigheidsplicht op een bepaalde locatie;
  • Meldplicht;
  • Verbod op gebruik verdovende middelen (dit wordt ook gecontroleerd),
  • Opname in een zorginstelling;
  • Verplichting zich onder behandeling te laten stellen;
  • Begeleid-wonen traject;
  • Deelname aan gedragsinterventie;
  • Deelname aan vrijwilligerswerk;
  • Verbod Nederland te verlaten;
  • Etc.

Aan de voorwaardelijke invrijheidsstelling kunnen dus flink wat voorwaarden worden verbonden, maar deze zullen afhangen van de omstandigheden van het geval en de aard van de zaak.

Het OM beslist over de VI na advies van de directeur van de PI. Hier komt in in principe dus geen advocaat bij te kijken.

Maar let op, de voorwaardelijke invrijheidsstelling kan ook worden herroepen als de voorwaarden niet worden nageleefd!!!

Nieuwe wet; wanneer is oude wet nog van toepassing

Let op, op 1 juli 2021 is er een nieuwe wet in werking getreden. Boven genoemde voorwaarden zijn de voorwaarden die gelden onder de nieuwe wet. Is de uitspraak in jouw zaak van vóór 1 juli 2021 dan geldt de oude wet.

Wanneer is bijstand van een advocaat noodzakelijk?

Is het OM voornemens je VI af te wijzen of dreigt je al lopende VI te worden herroepen?

Neem contact op met je advocaat! Deze kan je goed bijstaan in de procedure.