Rittenregistratie voor taxichauffeurs en de nieuwe regeling centrale database taxivervoer (CDT): verplichtingen, risico’s en rechtsbescherming

Zoals reeds in een eerdere blog besproken ben je als taxichauffeur of vervoerder in Nederland wettelijk verplicht om ritgegevens op zorgvuldige wijze te registreren en aan te leveren. Deze registratieverplichting vloeit voort uit meerdere wetten, waaronder de Wet personenvervoer 2000, het Besluit personenvervoer 2000, én de recente Regeling centrale database taxivervoer (CDT) die sinds 1 juli 2025 in werking is getreden. DE BCT vervangt de klassieke Boordcomputer taxi (BCT). Tót 1 januari 2028 geldt er een overgangsperiode.

Het bijhouden van de rittenregistratie dient onder meer om de arbeids- en rusttijden van

taxichauffeurs bij te houden. 

In deze blog lees je wat de wettelijke regels zijn, nu én vanaf 1 januari 2028, wat er kan gebeuren als je niet voldoet aan de eisen, en welke juridische middelen je hebt als je bijvoorbeeld een boete krijgt.

De wettelijke verplichtingen rond rittenregistratie

Vergunningseisen

Volgens artikel 76 van de Wet personenvervoer 2000 is het zoals bekend verboden om zonder vergunning taxivervoer aan te bieden. Een verstrekt vergunning kan worden geweigerd, ingetrokken of geschorst (art. 76a van de Wet personenvervoer) indien:

  • is gehandeld in strijd met de Wet personenvervoer;
  • indien de bestuurder niet (meer) voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid en vakbekwaamheid (art. 76 lid 4 van de Wet)
  • óf als de vergunning zou kunnen worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten (art. 3 Wet BIBOB).

Registratieverplichting volgens het Besluit personenvervoer 2000

Op grond van art. 78a Bp dienen de vervoerder en de bestuurder tijdens het taxivervoer gebruik te maken van een boordcomputer óf van de centrale database taxivervoer. Indien wordt gebruikt gemaakt van een boordcomputer dient deze te zijn goedgekeurd (art. 79 lid 1 en  lid 2 Bp ).   

De vervoerder én chauffeur zijn verplicht om onder andere de volgende gegevens te registreren (art. 79 lid 3 Bp):

  • Kilometerstand van de auto;
  • Kenteken van de taxi;
  • Begin- en eindtijden van werk;
  • Arbeids- en rusttijden;
  • Ritgegevens zoals vertrek- en aankomsttijd, locatie, afstand en prijs;
  • Chauffeurs- en rijbewijsnummers;

De vervoerder en de bestuurder hebben gelijke plichten waar het aankomt op het bijhouden van de rittenregistratie (dit geldt overigens ook voor overige verplichtingen). Voor de registratie van ritgegevens kan ‘de vervoerder’ een ondernemerskaart gebruiken (art. 81 Besluit). Het taxivervoer zelf kan alleen worden verricht door iemand met een chauffeurskaart (art. 81 lid 5 Besluit). Ook in de taxi zelf dient de juiste apparatuur aanwezig te zijn.  

Wat is nu het verschil tussen ‘een vervoerder’ en ‘een bestuurder’ in de zin van de taxiwet?

Ingevolge art. 75 Wp wordt met het verrichten van taxivervoer gelijkgesteld het aanbieden van vervoer. Diegene die het taxivervoer ‘aanbiedt’ (de taxiondernemer) heeft dus dezelfde plichten als de taxichauffeurs (dit geldt overigens niet voor ‘bemiddelaars’ zoals Uber). Deze taxiondernemer wordt aangeduid met de term ‘de vervoerder die taxivervoer verricht’. Eén van de vragen zal dus zijn of u als ‘vervoerder’ kan worden gekwalificeerd, indien wordt gesteld dat er sprake is van een ovetreding. 

Wat is nu precies de centrale database taxivervoer?

Sinds 1 juli 2025 is er een ‘centrale database taxivervoer’ (art. 83a Bpv). Hier worden (onder meer) alle ritgegevens digitaal opgeslagen. Vooralsnog is zowel de BCT als de CDT een deugdelijk middel om ritinformatie op te slaan. Teneinde voorbereid te zijn op de toekomst is het echter wel raadzaam op een gegeven moment over te stappen naar de CDT, vanaf 1 januari 2028 is dit immers verplicht.

Bestuursrecht

Indien blijkt dat u als taxichauffeur of taxiondernemer, geen goede rittenregistratie heeft bijgehouden. Kán de zaak bestuursrechtelijk worden afgedaan. De standaardboete is in de regel in dit kader € 1.800,00. Tegen deze boete kan bezwaar worden gemaakt.

Let op, ook een bestuurlijke boete is een ‘criminal charge’ (!!). Vanaf het moment dat u dus wordt staande gehouden en u vermoedt dat u mogelijke een boete opgelegd gaat worden hoeft u geen antwoord meer te geven op vragen (!!).[1]

Wanneer komt het strafrecht in beeld?

Ingevolge art. 118 van het Besluit is het niet bijhouden van een juiste rittenregistratie ook strafbaar in de zin van art. 1 lid 4 van de Wet op de economische delicten.

Het niet bijhouden van de rittenregistratie is een overtreding (art 2 lid 4 WED).

Indien wordt besloten om de zaak strafrechtelijk af te doen kunt u te maken krijgen met:

  • Een uitnodiging voor een verhoor door de politie of Koninklijke Marechaussee;
  • Een strafbeschikking van het Openbaar Ministerie waarbij een boete wordt uitgevaardigd; De standaardboete is € 1.800,00.

Een strafbeschikking is een soort boete of sanctie die wordt opgelegd zonder tussenkomst van een rechter.  Er kan binnen 14 dagen na ontvangst verzet worden aangetekend tegen de boete. Let op, indien u de boete accepteert en geen verzet aantekent komt deze op uw strafblad te staan!

Uw advocaat kan argumenten voor u aanvoeren tegen de strafbeschikking zoals bijvoorbeeld:

  • Het feit kan niet worden bewezen;
  • Er zijn andere gronden de zaak te seponeren;
  • Er is bij het vaststellen van de (strafrechtelijke) boete onvoldoende rekening gehouden met uw persoon, de ernst van het feit of de omstandigheden van het geval.  

Wat kunt u doen als u een strafbeschikking heeft ontvangen of bent uitgenodigd voor verhoor?

Heeft u een strafbeschikking ontvangen of bent u uitgenodigd voor verhoor? Dan is het belangrijk om snel te handelen:

1. Verzet aantekenen tegen een strafbeschikking

U kunt binnen 14 dagen na ontvangst van de strafbeschikking verzet indienen bij het Openbaar Ministerie. Uw zaak wordt dan opnieuw beoordeeld, en kan op verschillende manieren eindigen. Zo kan worden besloten dat de zaak beter bestuursrechtelijke wordt afgedaan of dat de zaak wordt geseponeerd op andere gronden. Het kan echter ook zijn dat de officier de zaak doorzendt naar de rechter of op een OM-hoorzitting plant. Dit hangt af van de zaak en met name van de inhoudelijke gronden van verzet en hoe valide deze worden geacht door het OM.

2. Bijstand bij een verhoor

Word je opgeroepen voor een verhoor? Neem dan altijd vooraf contact op met een strafrechtadvocaat. U heeft het recht om vóór en tijdens het verhoor een advocaat te spreken. Wat u daar zegt, kan later tegen u gebruikt worden – dus goede voorbereiding is cruciaal.

Een advocaat kan:

  • Vooraf de risico’s goed inschatten;
  • U een advies geven over uw verklaring;
  • U begeleiden tijdens het verhoor.

Indien u wordt uitgenodigd voor verhoor bent u verdachte. U heeft dus een recht om te zwijgen (art. 29 lid 2 Sr). Daarnaast mag u uw verklaring in vrijheid afleggen (art. 29 lid 1 Sr.). Dit betekent óók dat er géén plicht bestaat naar waarheid te verklaren. U mág natuurlijk wel naar waarheid verklaren. Het is verstandig vóóraf met uw advocaat te spreken. Als u de Nederlandse taal niet goed spreekt heeft u recht op een tolk tijdens uw verhoor (art. 29b Sr.).

Wat zeggen rechters over fouten in de rittenregistratie?

Als uw rittenregistratie niet klopt of onvolledig is, kan dat leiden tot hoge boetes. Maar hoe streng zijn rechters eigenlijk in de praktijk? De uitspraken laten zien dat boetes maatwerk zijn – en dus afhankelijk van de omstandigheden en de mate van verwijtbaarheid.

  • Uit een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam[2] blijkt dat in die zaak de boete wegens een onjuiste rittenregistratie is gematigd vanwege de financiële situatie van de appellant;
  • In een andere uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam[3] blijkt dat de verdachte is vrijgesproken omdat niet kon worden vastgesteld dat deze een onjuiste taxameter had gebruikt.

[1] Zie ook art. 5:10a Awb en bijvoorbeeld HR 17 februari 1987, NJ 1987/951.

[2] Gerechtshof Amsterdam 3 september 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3978

[3] Gerechtshof Amsterdam 10 april 2018; ECLI:NL:GHAMS:2018:1472.