Read English Version / Lees Engelse Versie
In deze onzekere tijden van corona ontstaan er ook vragen over ‘corona-gerelateerde incidenten’. Wat is wel en niet strafbaar in tijden van corona?
Geldt er voor bepaalde misdrijven en overtredingen een andere strafmaat dan in tijden wanneer in er geen corona heerst? Of levert een bepaalde gedraging zelfs een ander delict op dan in ‘normale tijden’?
In deze blog ga ik in op de vraag welke delicten ‘spugen in corona-tijd’ kan opleveren, hoe de beoordeling verschilt van in een ‘normale tijd’ [zover nog valt vast te stellen wat ‘normaal’ is] en met welke strafmaat de overtreder te maken kan krijgen.
Spugen
Spugen richting een persoon kan als voorbeeld worden genoemd van een gedraging die strafbaar kan zijn [doorgaans te kwalificeren als een belediging] en welke gedraging in corona-tijd tot strafverhoging zou kunnen leiden en zelfs als een ander delict kan worden geclassificeerd. Niet als belediging maar als bedreiging. Immers, bij het gestelde slachtoffer richting wie zou zijn gespuugd kan de gerechtvaardigde vrees ontstaan dat deze het Covid-19-virus oploopt.
Ook als er geen sprake is van besmetting kan het spugen onder omstandigheden worden gekwalificeerd met een ‘misdrijf tegen het leven gericht en/of bedreiging met zware mishandeling’.
Rechtbank Rotterdam
De Rechtbank Rotterdam heeft aan het begin van de corona-crises een aantal algemene beschouwingen gewijd aan de vraag hoe er moet worden omgegaan met zogeheten ‘corona-gerelateerde-misdrijven’ [ECLI:NL:RBROT:2020:3338].
De Rechtbank onderscheidt een vijftal categorieën waarvan ik er hier vier zal bespreken. De vijfde categorie betreft een type grotere zaken die zeer casuïstiek zijn. Deze vijfde categorie zal ik hier niet bespreken.
De eerste vier categorieën zijn:
- Zware mishandeling; Bij deze zaken wordt het corona-virus als middel ingezet. Het virus speelt een concrete en directe rol bij het misdrijf. Het gaat in deze zaken om een persoon die een ander opzettelijk probeert te besmetten met het corona-virus.
- Bedreigingszaken; In deze zaken wordt ‘corona’ ingezet als een middel om een ander mee te bedreigen. Er wordt gedreigd de ander met corona te besmetten. Dit kan zowel fysiek [spugen] als verbaal. Deze type zaken zal ik verder in deze blog bespreken;
- Verder zijn er nog: [cyber]oplichtingszaken; In deze zaken wordt het corona-virus ingezet als middel om een ander te verleiden iets te doen [denk bijvoorbeeld aan de ‘babbeltruc’];
- De vierde categorie betreft zaken waarbij het coronavirus een omstandigheid is waaronder het misdrijf of de overtreding heeft plaatsgevonden. Het virus wordt echter niet als middel ingezet en speelt geen rol bij het misdrijf.
De laatste categorie is ook een interessante categorie. In sommige zaken zet het Openbaar Ministerie veel te hoog in omdat het misdrijf heeft plaatsgevonden ‘in corona tijd’ terwijl ‘corona’ bij het vermeende misdrijf geen specifieke rol speelt. Daarover later meer.
De Rechtbank overweegt dan ook in al haar wijsheid dat de rechter elke zaak apart dient te beoordelen op grond van de ‘ernst daarvan en alle omstandigheden van het geval’. ‘De rechter moet in deze crisis ook, of misschien wel juist, waken voor een algemene ophoging van de straf’.
Kortom, het feit dat een incident in ‘corona-tijd’ plaatsvindt leidt niet ‘automatisch’ tot strafverhoging, dit is alleen het geval indien er in die concrete zaak aanleiding is voor een strafverzwaring.
Spugen als bedreiging
Wanneer kan spugen in corona-tijd worden gekwalificeerd als een strafbare bedreiging? Dat hangt af van de omstandigheden van het geval en zal ik hieronder toelichten.
Voor bedreiging met mishandeling en/of enig misdrijf tegen het leven gericht is vereist dat de verdachte het [voorwaardelijk] opzet heeft gehad de ander zodanige vrees aan te jagen dat hij of zij besmet zou worden. Hiervoor is vereist dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat diegene die aangifte heeft gedaan bang zou worden voor besmetting.
Alleen dan is het spugen strafbaar als bedreiging in corona-tijd. De verdachte moet dus ‘op de koop toe hebben genomen’ dat er een redelijke vrees zou ontstaan bij de aangever op besmetting met het corona-virus.
Deze bewuste aanvaarding van de aanmerkelijke kans dient wel te blijken uit bepaalde gedragingen. Er dient sprake te zijn van ‘corona-gerelateerde uitlatingen’ en/of de aanvaarding van de kans dient uit andere omstandigheden te blijken. Een voorbeeld waarbij het spugen richting een agent wél een bedreiging met zware mishandeling opleverde is een zaak waarbij richting een agent zou zijn gehoest en / of gekucht die werd behandeld door het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden [3 november 2020; ECLI:NL:GHARL:2020:8952]. Het opzet van de verdachte op de bedreiging werd vastgesteld doordat hij zou hebben geroepen: ‘Don’t touch me, don’t touch me. Corona. Corona’. Dat deze uitlating zou zijn gedaan werd bewezen geacht door het Hof.
Doordat de cliënt bij het spugen de dreigende worden ‘don’t touch me, corona. Corona’ had geuit stond de opzet bij de verdachte op het ontstaan van vrees [bij de aangever] dat hij zou worden besmet met corona vast.
In een andere zaak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was ook sprake van spugen maar kan het [voorwaardelijk] opzet van de verdachte op de bedreiging niet worden vastgesteld [20 juli 2020; ECLI:NL:GHARL:2020:5612].
Het Gerechtshof overwoog: ‘Met de politierechter is het Hof van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte aangever opzettelijk in het gezicht heeft gehoest. Op grond van de verklaringen van de aangever en de getuige kan weliswaar worden vastgesteld dat de verdachte heeft gehoest in de richting van de auto waarin de
aangever zich bevond, maar niet dat het opzet van de verdachte was gericht op het ontstaan van de vrees bij aangever dat hij zou worden besmet met het corona-virus en dat hem dus zwaar lichamelijk letsel zou worden toegebracht.’
Geconcludeerd kon dus worden dat de intentie van de verdachte een belangrijke rol speelt bij de bewezenverklaring van een strafbare bedreiging. Deze intentie dient afgeleid te worden uit objectief waarneembare gedragingen.
Het enkele spugen an sich levert dus niet automatisch een bedreiging op, maar kan wel een bedreiging zijn indien deze gepaard gaat met bepaalde uitlatingen [‘corona corona’] of een andere omstandigheid waaruit de aanvaarding van deze kans blijkt.
Spugen wordt, mocht het geen bedreiging zijn, door de bank genomen wel als belediging gekwalificeerd.
Onlangs oordeelde de rechter in een politierechterzaak te Amsterdam in een zaak met parketnummer 13-313624-20 [op te vragen bij de Rechtbank te Amsterdam] van ondergetekende dat het spugen in dat specifieke geval geen bedreiging opleverde omdat niet kon worden vastgesteld dat de man bewust de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij de verbalisant in die zaak vrees voor besmetting zou aanjagen. Kort gezegd ‘categorie 4’ was van toepassing. Het was weliswaar corona-tijd maar niet kan worden vastgesteld dat de man het [voorwaardelijk] opzet had gehad bij de agent de redelijke vrees te veroorzaken dat hij corona zou krijgen. De man was ernstig in de war waardoor niet kon worden vastgesteld dat deze vermeende opzet aanwezig was geweest. Derhalve werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde bedreiging. Overigens werd de gedraging wel als ‘belediging’ gekwalificeerd. De politierechter legde slechts 2 dagen gevangenisstraf op in plaats van de drie maanden zoals verzocht door de officier van justitie.
Spugen in corona-tijd kan – indien bedreiging bewezen wordt geacht, dus wel aardig verhogend werken in de strafmaat. Een straf van 2 of 3 maanden is niet uitzonderlijk.
Conclusie
Spugen in corona-tijd kan onder omstandigheden gekwalificeerd worden als bedreiging tegen het leven gericht en/of zware mishandeling. Dit hangt echter af van de uitlatingen van de verdachte hieromtrent of andere omstandigheden waaruit de bewuste aanvaarding van de kans van het aanjagen van vrees bij de aangever blijkt. In de overige gevallen blijft het bij een belediging.
Mocht een strafbare bedreiging met corona bewezen worden geacht dan is er sprake van een stevige verhoging in de strafmaat. Een detentie van 2 of 3 maanden is niet uitzonderlijk. Voor een strafbare belediging worden aanzienlijk lagere straffen opgelegd.
In zijn algemeenheid merk ik nog op dat het raadzaam is in zijn geheel niet te spugen naar anderen in corona-tijd. Ook in tijden na corona wordt spugen naar personen overigens afgeraden.