Direct naar artikelinhoud
alfabetsoepIsaac van Raab van Canstein

‘Ik laat me niet vertellen wat ik wel of niet kan’

Isaac van Raab van Canstein bij zijn kantoor in Amsterdam.Beeld Harmen Meinsma. Visagie Ed Tijsen

Hoe ziet het leven van lhbti’ers er vandaag de dag uit? Haroon Ali interviewt wekelijks iemand over seksualiteit, genderidentiteit, hokjes en alles wat daarbuiten valt.

Isaac van Raab van Canstein (36) is, zoals de naam al doet vermoeden, van adel. ‘Maar we hebben geen kastelen meer’, grapt de strafrechtadvocaat in zijn kantoor in Amsterdam. Hij heeft wel de titel van jonkheer. Dat was eerst jonkvrouw, want Van Raab van Canstein is transgender. ‘Als jonkvrouw kon ik mijn titel niet doorgeven aan mijn kinderen, wat ik ouderwets vind. Maar toen ik mijn geslacht wettelijk liet aanpassen, mocht ik me van de Hoge Raad van Adel ook jonkheer noemen. Nu kan ik die titel wel doorgeven aan het nageslacht. Best vooruitstrevend voor zo’n instituut.’

Van Raab van Canstein is trots op zijn naam. ‘Die staat voor een rijke familiegeschiedenis, die goed is gedocumenteerd. Ik wil mijn titel ook eer aandoen. Noblesse oblige, adeldom verplicht. Ik interpreteer dat als een verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Als advocaat zorg ik ervoor dat iedereen een gelijke behandeling en een eerlijk proces krijgt.’ Hij wil niet dat mensen denken dat hij zich door die titel verheven voelt boven anderen, omdat hij als transgender man weet hoe het is om als minderwaardig te worden gezien.

De titel komt van zijn vaders kant, het beroep van zijn moeders zijde. ‘Veel van mijn moeders familieleden zijn advocaat. Mijn tante Bénédicte Ficq vertelde vroeger spannende verhalen. Ze kon niet alles kwijt over haar cliënten, maar door haar ben ik geïnteresseerd geraakt in criminelen die met strafrecht in aanraking komen. Het zijn mensen die vaak aan de rand van de maatschappij staan.’ Van Raab van Canstein heeft sinds drie jaar een eigen, goedlopende praktijk. ‘Soms weet je al hoe een zaak gaat aflopen, maar ik hou ervan als het erom spant, dan kun je als advocaat echt het verschil maken.’

Hoe label je jezelf?

‘Transgender man, dat is het label dat bij me past. Maar ik voel me vooral man, hoewel ik er misschien niet helemaal zo uitzie. Binnen de transgemeenschap zie ik dat sommigen er alles aan willen doen om zo veel mogelijk te lijken op hun gender. Het zou ook makkelijker zijn voor de maatschappij als ik een mooie baard had en je mijn vrouwelijke trekken niet kon herkennen. Ik ben wel bij praatgroepjes geweest, maar daar lag de focus te veel op geslachtsverandering. Ik heb ervoor gekozen geen operaties te ondergaan of hormonen te gebruiken. Dit is hoe ik me aan de wereld wil presenteren. We moeten ook anders naar gender kijken, het gaat niet alleen om wat er tussen je benen zit.’

Hoe verliep je coming-out?

‘Ik ben opgegroeid in Bloemendaal, een conservatieve omgeving met een traditionele scheidslijn tussen mannen en vrouwen. Als meisje was ik niet heel jongensachtig, omdat ik me wilde conformeren. Maar ik miste de krachtmeting die ik zag bij jongens. Ik snapte niet wie ik was en ben daardoor jarenlang depressief geweest. Van het woord ‘transgender’ had ik nog nooit gehoord, dus op mijn 24ste kwam ik eerst uit de kast als lesbisch. Daar deed mijn familie wel relaxed over. Het gaf me ook de kans om me mannelijker te gedragen in mijn relaties met vrouwen. Maar het was niet genoeg.

‘Toen ik het programma Hij is een zij zag (waarin transgender jongeren een jaar lang worden gevolgd, red.), viel alles op zijn plek. Op mijn 30ste kwam ik opnieuw uit de kast, als transgender. Daar waren mijn ouders en zusje ongeruster over. Ze waren bang dat ik niet zou worden geaccepteerd en dachten dat het makkelijker was als ik lesbisch zou blijven. Maar het tegendeel is waar. Als je lekker in je vel zit, trek je juist mensen aan en respecteren ze je. Sinds mijn coming-out zijn mijn depressies voorbij.’

Genderidentiteit en seksualiteit zijn verschillende dingen. Hoe definieer je jouw seksualiteit?

‘Ik ben hetero, dus ik val op vrouwen. Begin dit jaar, tijdens de pandemie, heb ik mijn vriendin ontmoet, die van oorsprong Chinees is en nu vijf jaar in Nederland woont. Zij is een beauty-influencer, ze maakt filmpjes over make-up. Ze is dus heel vrouwelijk, wat je een femme lesbian zou kunnen noemen, iemand bij wie je niet ziet dat ze lesbisch is. Ze is ook wat subtieler, terwijl ik confronterender ben. Tegenpolen trekken elkaar aan, in ons geval.’

Wat is de grootste hindernis die je hebt overwonnen?

‘Ik ben er trots op dat ik mijn eigen kantoor ben begonnen. Mijn familie was bang dat ik niet genoeg cliënten zou krijgen en het een financiële ramp zou worden. Toch weer dat conservatieve: neem geen risico’s. Maar ik laat me niet vertellen wat ik wel of niet kan. Ik heb het nu gelukkig druk zat en behandel boeiende strafzaken, van diefstal met geweld tot poging tot doodslag.

‘Mijn cliënten hebben nooit moeite met wie ik ben. Ik ben er open over en kom bijna dagelijks uit de kast. Ik vind het niet erg als mensen vragen stellen, bijvoorbeeld over de manier waarop ze mij moeten aanspreken. Maar ik ga geen privézaken delen met iemand die ik net vijf minuten ken.’

Welke vooroordelen storen je het meest?

‘Ik wil uit de wereld helpen dat het bijzonder is om transgender te zijn. Ik sta elke dag op, eet wat en ga aan het werk. Mijn leven is dus niet heel anders dan dat van andere mannen. Ik snap dat het nog nodig is om de lhbti-gemeenschap in hokjes te stoppen, maar ik hoop dat we op den duur niet meer als apart worden gezien. De discussie over gender gaat ook niet alleen over mensen die transgender zijn. Iedereen voelt zich weleens beperkt door traditionele rolpatronen.’

Wat hoop je voor de toekomst?

‘Ik wil de beste worden in mijn vak. Daarnaast zou ik graag trouwen en een gezin stichten. Huisje, boompje, beestje.’